1

Wetenschappelijke naam: Barnardius Macgillivrayi Nederlandse naam: Cloncurry Land van herkomst: Queensland, noord-Australie Grootte: 33 cm Gewicht man: 120 tot 135 gram Gewicht vrouw: 120 tot 135 gram Leeftijd: 15 jaar Ringmaat:

Onderscheid: De pop is wat minder sprekend gekleurd dan de man. de groen kleuren zijn wat grijs/groen terwijl de man meer een lichtgroene kleur heeft. De snavel van de man is wat groter en meestal heeft de man een wat ook een wat grotere kop.

Voliere: Grote 4 meter lang x 1.50 meter breed x 2 meter hoog. Broedblok: Hoogte 60 cm, een doorsnee van 25 cm met een invlieggat met een diameter van 7 cm.

Kweek: Roodrugparkieten zijn op een leeftijd van 1 jaar geslachtsrijp en kunnen dan ook al ingezet worden voor de kweek. Als nestgelegenheid kan een nestblok verstrekt worden met een afmeting van 40 cm hoog, een bodemoppervlak van 15 x 15 cm. en een invlieggat van Æ 6 cm. Het is verstandig meerdere nestblokken te verstrekken zodat de vogels zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan gebruik worden gemaakt van rottend hout, houtspaanders en of zaagsel welke vermengd wordt met potgrond of turf. De nestblokken kunnen begin maart in de volière worden opgehangen. De pop legt 4 tot 7 eitjes die om de dag worden gelegd. De eitjes worden alleen door de pop bebroed. Meestal begint de pop bij het 3e eitje te broeden. Tijdens het broeden komt de pop regelmatig uit het broedblok om zich te laten voeren door de man. Het eerste jong wordt na ongeveer 19 - 20 dagen geboren. In de eerste week worden de jongen alleen door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man bij het voeren van de jongen. De vogels laten over het algemeen nestcontroles gemakkelijk toe. De jongen moeten op een leeftijd van ca. 7 dagen worden geringd met ringmaat 4,5 mm. Na ca. 10 dagen zijn bij de jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 20 dagen zitten ze voor ongeveer 75% in de veren. Het eerste jong verlaat meestal tussen de 30e en 35e dag het nest. Twee tot drie weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden.

Behuizing: Buitenvoliere. Vorstvrij. Winterhard mits ze kunnen schulen bij extreme koude

Temp/ Luchtvochtigheid: Buiten

Voeding: Een zaadmengsel voor grote parkieten. Graag lusten ze ook fruit en eivoer, gekiemde zaden en een kleine hoeveelheid insecten worden erg lekker gevonden. Uiteraard horen de vogels altijd naar behoefte maagkiezel en grit op te kunnen nemen. Af en toe een verse wilgentak of friutboomtak doet hun knaagbehoefte goed.