Latijnse naam: Hybride Nederlandse naam: Jungle corn Land van herkomst: Deze dieren zijn gekweekt uit twee soorten slangen. Dit zijn de Phanterophis guttata en de Lampropeltis getulus. Grootte: 100 tot 150 cm. Gewicht: 200 tot 800 gram Leeftijd: 10 tot 15 jaar
Soort: Wij hebben eigenschappen van beide soorten. Dit is zowel van de genen als van de buiten kant. De buiten kant kan je het heel goed zien. Kleur man en vrouw: De beschubbing van deze soort zijn meestal glad en glimmend zoals de Getulus is. De kleur is zeer variabel. Ze hebben genen van de ene en de andere soort. Heel soms komt het voor dat ze volledig op de ingekruisde soort lijken.
Kweek: Veel hybriden zijn onvruchtbaar maar het kan wel voorkomen dat er dieren zijn die wel vruchtbaar zijn. Hieronder een mogelijk als ze wel vruchtbaar zijn. Deze hybriden zijn ongeveer met 2,5 jaar geslachtsrijp. De kweek van deze dieren is relatief makkelijk. Het is volgens vele literatuur essentieel om de Dieren gedurende minimaal twee maanden, bij ca 15 graden, een winterrust te geven. In andere literatuur wordt het bovenstaande weer bestreden. Wij doen deze dieren niet in winterrust. De eieren worden meestal ca. veertien dagen naar de vervelling gelegd. Deze slangen leggen gewoonlijk kleine legsels, vier tot twaalf eieren, die relatief groot zijn. De eieren zijn tussen de 42 en 50 mm lang en tussen de 20 en 22 mm in doorsnee. Als de eieren zijn gelegd in de legbak worden ze overgezet in een bak met vermiculiet die in de broedstoof staat. De broedstoof is gaat uit van het principe dat water wordt verwarmd en daardoor de lucht wordt verwarmd en ook de juiste luchtvochtigheid ontstaat. De eieren worden bij ca 28 graden celsius uitgebroed en komen naar ongeveer 60 dagen uit. De jongen zijn bij hun geboorte ongeveer 30 cm lang en worden in aparte terrarium ondergebracht in verband met het gevaar voor kannibalisme en uit praktische overweging (schoonmaken en voeren). Als de vrouw in goede conditie is kunnen er zelfs meerdere legsels per jaar zijn. Paringen van hybriden hebben gewoonlijk nakomelingen met een tekening met sporen van zowel de ene als de andere soort tot gevolg. Het wil ook voorkomen dat er jongen uit komen die volledig op de ingekruisde dieren lijken.
Behuizing: Ze worden gezamelijk gehouden in een terrarium van 70x70x60 (LxHxD). De bodembedekking bestaat uit een combinatie van zand met hooi. Dit lijkt op de droge graslanden. In het terrarium ligt een verwarmingsmat van 30 bij 12 cm en een warmte plaat om de omgeving te verwarmen. De terrariums zijn aangekleed met kunststofplanten, takken, een waterbak en zeer belangrijk, een schuilgelegenheid om zich te kunnen terug trekken indien ze dat zelf nodig achten. Indien men er voor kiest om zijn of haar dieren geen schuilgelegenheid te bieden is de kans aanwezig dat de dieren nerveus en geststresd worden. En uiteraard een lamp om zowel het terrarium te verlichten als deels lokaal te verwarmen.
Temp/ Luchtvochtigheid: De temperatuur in de zomer zal tussen de 22 en 27 graden celsius moeten zijn. Een halogeenspot in het terrarium die de temperatuur plaatselijk op doet lopen tot ca 40 graden celsius. Een warmtemat op de grond om de temperatuur in de nachten plaatselijk niet beneden de 20 a 22 graden celsius te laten komen, de warmtemat is tijdens de winterrust uit.
Voeding: Muizen, jonge ratten, slangen, vogels.