1

Wetenschappelijke naam: lampropeltis getullus californea Nederlandse naam: Californische koningsslang Land van herkomst: Het Zuidwesten van de Verenigde Staten van Amerika. De staten waar deze dieren voorkomen zijn Oregon, Zuid-Utah, Arizona, Nevada, California, en de Baja Peninsula Mexico. Grootte: 150 tot 200 cm. Gewicht: 500 tot 1000 gram Leeftijd: 12 tot 18 jaar Ringmaat: NVT

Kleur man: De beschubbing van deze soort zijn glad en glimmend. Er zijn gestreepte en geringde exemplaren, zelf heb ik de gestreepte ondersoort in mijn bezit. De dieren kunnen zowel van ondergrond als van tekening verschillen. De kleur is meestal zwart of bruin met 21 tot 44 witte, roomkleurige of gele ringen of strepen. Hierbij is het opvallend dat de dieren uit het kustgebied meestal bruin van kleur zijn met roomkleurige of gele ringen of strepen en dat terwijl de exemplaren uit de woestijn eerder gitzwart met helder witte ringen. Tevens zijn de aantallen ringen ook variabel waarbij de dieren uit de Mojave woestijn het grootste aantal hebben. De gestreepte vorm, die ik in mijn bezit heb, wordt alleen in en rond San-Diego County aangetroffen en heeft de hierboven beschreven kleuren, mijn dieren zijn donkerbruin met roomkleurige/witte strepen. Deze strepen lopen over de lengte waarvan een streep midden over de rug en op iedere flank een streep. De meeste onderkanten zijn licht van kleur maar er zijn ook dieren, zowel geringde als gestreepte al tussen vormen, die een donkere onderkant hebben. De lengte van deze ondersoort is ca 150 cm.

Kleur vrouw: De beschubbing van deze soort zijn glad en glimmend. Er zijn gestreepte en geringde exemplaren, zelf heb ik de gestreepte ondersoort in mijn bezit. De dieren kunnen zowel van ondergrond als van tekening verschillen. De kleur is meestal zwart of bruin met 21 tot 44 witte, roomkleurige of gele ringen of strepen. Hierbij is het opvallend dat de dieren uit het kustgebied meestal bruin van kleur zijn met roomkleurige of gele ringen of strepen en dat terwijl de exemplaren uit de woestijn eerder gitzwart met helder witte ringen. Tevens zijn de aantallen ringen ook variabel waarbij de dieren uit de Mojave woestijn het grootste aantal hebben. De gestreepte vorm, die ik in mijn bezit heb, wordt alleen in en rond San-Diego County aangetroffen en heeft de hierboven beschreven kleuren, mijn dieren zijn donkerbruin met roomkleurige/witte strepen. Deze strepen lopen over de lengte waarvan een streep midden over de rug en op iedere flank een streep. De meeste onderkanten zijn licht van kleur maar er zijn ook Dieren, zowel geringde als gestreepte al tussen vormen, die een donkere onderkant hebben. De lengte van deze ondersoort is ca 150 cm

Voliere: NVT.

Kweek: Lampropeltus Getulus California zijn ongeveer met 2,5 jaar geslachtsrijp. De kweek van deze dieren is relatief makkelijk. Het is volgens vele literatuur essentieel om de dieren gedurende minimaal twee maanden, bij ca 15 graden, een winterrust te geven. In andere literatuur wordt het bovenstaande weer bestreden. De vrouw heeft bij mij ca drie maanden in winterrust gezeten, de temperatuur varieerde van 11 tot 16 graden celsius. De man daarentegen is zes weken in winterrust geweest bij de zelfde temperatuur als de vrouw. Beide dieren hebben twee weken voordat ze in winterrust gingen niks meer te eten gekregen om hun maag helemaal leeg te maken. Indien dit niet gebeurt kunnen er problemen ontstaan met het voedsel wat nog in de maag zit, dit kan gaan rotten in de maag. Tijdens de vervelling wordt de waterbak verwijderd in, in verband met het eventueel leggen van de eieren in de waterbak er wordt wel dagelijksgedurende een uur water aangeboden. Tevens wordt voor de vervelling de schuilgelegenheid eruit gehaald, dit in verband met het leggen van de eieren in het droge zaagsel. De eieren worden meestal ca veertien dagen naar de vervelling gelegd. De Californische koningsslangen leggen gewoonlijk kleine legsels, vier tot twaalf eieren, die relatief groot zijn. De eieren zijn tussen de 42 en 50 mm lang en tussen de 20 en 22 mm in doorsnee. Als de eieren zijn gelegd in de legbak worden ze overgezet in een bak met vermiculiet die in de broedstoof staat. De broedstoof is gaat uit van het principe dat water wordt verwarmd en daardoor de lucht wordt verwarmd en ook de juiste luchtvochtigheid ontstaat. De eieren worden bij ca 28 graden Celsius uitgebroed en komen naar ongeveer 60 dagen uit. De jongen zijn bij hun geboorte ongeveer 30 cm lang en worden in aparte terrarium ondergebracht in verband met het gevaar voor kannibalisme. Als de vrouw in goede conditie is kunnen er zelfs meerdere legsels per jaar zijn. Paringen van gestreepte en geringde soorten hebben gewoonlijk nakomelingen met een tekening met sporen van zowel ringen als strepen tot gevolg.

Behuizing: Ze worden solitair gehouden in een terrarium van 70x33x60 (LxHxD). De bodembedekking bestaat uit zaagsel. In het terrarium ligt een verwarmingsmat van 30 bij 12 cm. De terrariums zijn aangekleed met kunststofplanten, takken, een waterbak en zeer belangrijk, een schuilgelegenheid om zich te kunnen terug trekken indien ze dat zelf nodig achten. Indien men er voor kiest om zijn of haar dieren geen schuilgelegenheid te bieden is de kans aanwezig dat de dieren nerveus, stress, worden. En uiteraard een lamp, halogeen, om zowel het terrarium te verlichten als te verwarmen.

Temp/ Luchtvochtigheid: De temperatuur in de zomer zal tussen de 25 en 30 graden Celsius moeten zijn. Een halogeen spot in het terrarium die de temperatuur plaatselijk op doet lopen tot ca 40 graden Celsius.Een warmtemat op de grond om de temperatuur in de nachten plaatselijk niet beneden de 20 a 24 graden Celsius te laten komen, de warmtemat is tijdens de winterrust uit. De kamer continu verwarmen tot 20 graden Celsius door een centrale verwarming radiator.

Voeding: muizen, halfwas ratten, slangen, vogels.